Joyce Broods (27) kreeg op haar 16de een ernstig ongeluk, dat alles veranderde. Een onbezorgd leven werd een psychische en lichamelijke beproeving, waarbij ze soms op het randje van opgeven verkeerde. Wat echter onveranderd bleef, was haar creatieve gave. Die leidde haar uiteindelijk door alle kwellingen heen naar een nieuw leven, waarin ze dankbaar is voor wat ze heeft en waarmee ze bewijst dat een mens echt alles aankan.

Joyce: “Waar een wil is, is een weg, maar dat moet je wel inzien. En geloven.”
Het was zo wrang. De scooter die ze zo graag wilde hebben, verdiende ze door op school een wedstrijd te winnen met datgene wat ze het leukste vond om te doen: tekenen en schilderen. Ze ontwierp een muurschildering voor het magazijn van een kledingfabrikant en was trots als een pauw dat haar ontwerp gekozen werd.
Dode hoek
Met schoolgenoten mocht Joyce de schildering zelf aanbrengen, een project waar ze twee weken mee bezig waren. “Het was hoogzomer, elke dag werden we opgehaald en weer teruggebracht met een bus en de ijsboer kwam iedere middag langs. Het was de prachtigste tijd”, zegt ze. Nog geen vier maanden later reed ze met haar felbegeerde en welverdiende scooter onder een truck met oplegger. De chauffeur had haar in zijn dode hoek over het hoofd gezien bij het afslaan. Hoewel het letsel mee leek te vallen – een gebroken elleboog en een paar flinke schaafwonden – kreeg ze nog diezelfde dag twee keer een hartstilstand. De artsen hielden haar hierna in een coma om blijvend letsel zoveel mogelijk te beperken. Toen men de medicatie afbouwde om Joyce terug te laten komen, gebeurde er niets. Joyce bleef in coma, wel acht weken lang.
“Het was a hell of a ride, waarin ik letterlijk en figuurlijk heb gevochten voor mijn leven.”
Rennen voor haar leven – in bed
Veel weet ze er niet meer van. “Terwijl ik in coma lag, heb ik een ziekenhuisbacterie opgelopen en kreeg ik een bloedinfectie. Uiteindelijk lag ik elf weken in het ziekenhuis, waarvan tien op de intensive care. Het was a hell of a ride, waarin ik letterlijk en figuurlijk heb gevochten voor mijn leven. Ik was allesbehalve een rustige comapatiënt, ze hebben me vast moeten snoeren aan mijn bed. Mijn hielen waren open geschuurd doordat ik maar bleef ‘rennen’.” Van het ongeluk en wat hierop volgde, weet ze niets meer. Ze herinnert zich zelfs niet meer hoe haar leven in de weken vóór het ongeluk was. Wat ze wel onthouden heeft, zijn de dromen die ze had terwijl ze in coma lag. Één daarvan hield weken aan en dat was degene waarin ze met haar toenmalige vriendje rende door pikdonkere treintunnels. “Ik weet nog dat ik maar bleef rennen in die droom. Alsof mijn leven er vanaf hing.”
Alles opnieuw leren
Uiteindelijk ontwaakte Joyce vlak voor kerst. “Iedereen blij en opgelucht natuurlijk, maar eigenlijk begon de miserie toen pas echt”, vertelt ze. “Ik moest alles opnieuw leren. Ademen, praten, lezen, schrijven, bewegen, iets vastpakken, eten, drinken, echt álles.” Totale moedeloosheid overviel haar. “Ik heb het die eerste tijd heel erg moeilijk gehad omdat ik het niet meer goed zag komen. Een paar keer heb ik daarom geprobeerd er een einde aan te maken door een kussen op mijn gezicht te drukken. Maar telkens als de lucht bijna op was, wilde ik toch niet dood.”
“Toen puntje bij paaltje kwam waren vrienden opeens ‘te druk’ en hadden ze ‘geen tijd’.”
Teleurgesteld
Het is tekenend voor haar overlevingsdrang, waar ze naderhand nog een paar keer flink aanspraak op heeft moeten maken. Inmiddels is Joyce 27 jaar en is ze via een revalidatiecentrum, een kamer in de aangepaste garage van haar ouderlijk huis en een zorginstelling uiteindelijk op zichzelf komen te wonen, in een aangepast appartement, mét tuin. Ze heeft tegenwoordig andere mensen om zich heen, want van de meer dan twintig vrienden die ze had vóór haar ongeluk, bleef uiteindelijk niemand over. “Vroeger hadden we altijd dikke lol, veel plezier en veel te vertellen tegen elkaar. Maar toen puntje bij paaltje kwam waren ze opeens ‘te druk’ en hadden ze ‘geen tijd’.” Teleurgesteld is ze, in hen, maar ook in de chauffeur die na het ongeluk nooit meer van zich heeft laten horen. En dat het zo’n moeizaam en langdurig proces was om de schadevergoeding te krijgen waar ze recht op had.
Alleen maar meer pijn
En dat alles in een periode waarin Joyce te maken had met steeds nieuwe fysieke beperkingen, zoals een elleboog die maar niet fatsoenlijk wilde buigen en dystonie, een vrij zeldzame neurologische aandoening die motorische stoornissen in spieren veroorzaakt. Tot overmaat van ramp leidde de remedie hiertegen, peperdure injecties met botox, na de derde keer tot alleen maar meer pijn en kreeg Joye ook nog eens slikproblemen.
Enige uitweg: euthanasie
Revalideren werd haar zo wel heel erg moeilijk gemaakt. “In deze periode ben ik diep gezakt en ver achteruit gegaan”, zeg ze. “Ik was er echt slecht aan toe. Ik heb weken op bed gelegen, had nergens zin in en wilde alleen maar slapen. Ik viel razendsnel af en kon steeds slechter praten. Ik zag nog maar één uitweg: euthanasie.”
“Een stemmetje in mij zei: Je kan het.”
Hoop en moed
En toch kwam ze ook daar weer bovenop. “De put waarin ik gevallen was, was echt ongelooflijk diep. Weken heeft het geduurd, maar uiteindelijk kwam ik er toch weer uit. Toen ik op een dag weer even in mijn rolstoel zat, kwam de mooiste beloning denkbaar: de vlinderstruik in mijn tuin bleek in volle bloei te staan en op een van die dikke pluimen streek ineens een koninginnenpage neer. Ik heb dat altijd de mooiste vlinder gevonden die er bestaat. Het maakte me blij en ik voelde opeens weer hoop en moed. Een stemmetje in mij zei: Je kan het.”
Creatieve uitlaatklep
Op dat moment is de knop definitief omgegaan. Joyce besloot vooruit te blijven kijken en dat lukte via de uitlaatklep van creativiteit. Eerder al in het dagcentrum, waar ze creatieve therapie kreeg. Later op eigen houtje. Ze weet het moment nog goed: “Op een dag ging ik gewoon naar de verfwinkel, kocht tien tubes verf en wat schildersdoeken en ging aan de slag. Ik was zo blij! Ik had iets gevonden om mijn gevoelens, gedachten, emoties, alles wat opgepropt zat eruit te krijgen en in mooie werkstukken om te zetten.”
Hartsvriendin
Rond die tijd ontmoette ze voor het eerst een echte hartsvriendin en dat opende haar hart alleen nog maar verder. “Eindelijk had ik iemand gevonden die mij begreep en die mij nam zoals ik ben. Een prachtig geschenk dat mij veel kracht gaf. Vanaf dat moment ben ik meer gaan voelen en ben ik een heel andere wereld gaan zien, waarin ook de vele dromen en visioenen die ik heb een rol spelen.” Ze vervolgt: “Sindsdien let ik beter op wat er allemaal gebeurt om mij heen en dat deed me inzien dat echt alles een reden heeft. Ik loop alleen maar meer soulmates tegen het lijf, op allerlei manieren. Dat voelt als een godsgeschenk. Lara, de fantastische zwarte labrador die werd opgeleid tot mijn hulphond, is er nog zo eentje.”
“Als ik mensen hoor klagen over dingen in hun dagelijkse leven, denk ik ‘Hey, en ik dan? Ik heb een lelijk beest in mijn lijf, waar geen remedie tegen is.’ Maar ik zwijg dan en denk er het mijne van.”
Eigen tentoonstelling
Begin dit jaar had Joyce toch weer een terugval, maar hier wist ze zich doorheen te slaan door bewust te kijken naar het positieve om zich heen, met als klapstuk dat Lara na de hulphondenopleiding definitief bij haar kwam wonen. En in augustus van dit jaar had Joyce haar eerste tentoonstelling van eigen werk. “Die was echt vet geslaagd”, kijkt ze trots terug. “Nu weten meer dan tweehonderd mensen wat er in mij zit en ik hield er meteen vier opdrachten aan over.”
“Ik kan nog steeds hele nare dagen hebben, maar daar sla ik mij moedig doorheen, op mijn eigen manier, met alles wat ik heb.”
Relativeren als levenskunst
Ze is even stil en zegt dan: “Gelukkig is het ergste nu voorbij. Ik heb het overleefd. Ik ben er nog en geniet van elke seconde. Ik kan nog steeds hele nare dagen hebben, maar daar sla ik mij moedig doorheen, op mijn eigen manier, met alles wat ik heb.” Relativeren is een levenskunst, zo heeft ze geleerd. “Als ik mensen hoor zeuren en klagen over dingen in hun dagelijkse leven, denk ik ‘Hey, en ik dan? Ik heb een lelijk beest in mijn lijf, waar geen remedie tegen is.’ Maar ik zwijg dan en denk er het mijne van. Ja, ik ben wijzer geworden, en geestelijk groei ik nog elke dag. Ik besef steeds meer, ik zie steeds meer in.”
Kost wat kost positief
Als ze iets van die wijsheid mag delen, is het wel dit: “Er is niets dat een mens niet aankan. Zware feiten kun je niet veranderen, maar het is maar net hoe je ermee omgaat. Wees daarom lief voor jezelf en blijf kost wat kost positief. Echt waar, niets gebeurt zonder reden en elke tegenslag kan verwerkt worden. Iemand veronderstelde ooit dat als ik dat ongeluk niet had gehad, ik misschien wel een beroemd schilder was geworden. Maar ik zie dat anders. Zonder dat ongeluk was ik namelijk niet op deze manier gaan schilderen. Ik geloof dat het zo moest zijn. Waar een wil is, is een weg, maar dat moet je inzien. En geloven. Dus dat is mijn boodschap: geloof in jezelf, sta stevig in je schoenen en ben overtuigd van je eigen kracht, dan is er niets dat jou klein kan krijgen.”
Help je mee?
Wil je helpen? Like dan de pagina van 365 Mooie Mensen op Facebook. Op deze manier komen meer mensen met het inspirerende verhaal van Joyce in contact. En het helpt mij om nieuwe Mooie Mensen te vinden voor meer van dit soort prachtige interviews. Op naar de 365!